De Verenigde Staten spelen met vuur door de staatsschuld als politiek pressiemiddel te gebruiken. Maar echt failliet gaat Amerika natuurlijk niet, stelt Han de Jong.

Nu de federale regering in de VS op slot zit, worden er dagelijks veel minder cijfers gepubliceerd, maar daar staat veel nieuws over de Amerikaanse overheidsfinanciën tegenover.

De polarisatie in de Amerikaanse politiek heeft verontrustende vormen aangenomen en het is mogelijk dat de onderhandelaars er niet uitkomen. Hoewel er op de financiële markten wel wat spanning voelbaar is, lijken de meeste partijen toch te denken dat er op de laatste moment een oplossing komt. Wij ook.

Schuld VS: indrukwekkende verbetering

De afgelopen jaren was het de eurozone die voor spanningen op de financiële markten zorgde. We herinneren ons allemaal de afspraken over noodsteun die ergens tussen zondagavond en het openen van de beurzen in het Verre Oosten op maandagmorgen werden bereikt om de euro overeind te houden.

Ditmaal is het de Amerikaanse politiek die voor spanningen zorgt. De enorme kloof tussen de Republikeinse en Democratische onderhandelaars en, het moet gezegd, de meningsverschillen binnen de Republikeinse partij dreigen op een faillissement van de VS uit te lopen.

Dit alles zou in Europa om twee redenen niet mogelijk zijn. Om te beginnen heeft geen enkele Europees land een wettelijk schuldenplafond ingesteld dat van tijd tot tijd verhoogd moet worden opdat de regering kan bijlenen.

Verder hebben de VS en de eurozone een nogal andere kijk op overheids-financiën. Als de VS in de eurozone hadden gezeten, zou het land nu als beste jongetje van de klas en voorbeeld voor andere landen gelden, want het Amerikaanse begrotingstekort is de afgelopen jaren fors teruggedrongen.

In 2010 was het tekort het grootst, met bijna 10 procent van het bruto binnenlands product, maar inmiddels is het tot onder de 4 procent gedaald. Nu zou je kunnen aanvoeren dat dit nog altijd meer is dan de bovengrens van 3 procent die we in de eurozone hanteren, maar het blijft een indrukwekkende daling.

Passief bezuinigen

Die daling is bereikt door een combinatie van wat ik ‘passief bezuinigen’ zou willen noemen (eerdere stimuleringsmaatregelen werden domweg niet verlengd), aanhoudende, zij het bescheiden, economische groei en ‘actief bezuinigen’ in de vorm van daadwerkelijke bezuinigingen plus belastingverhogingen. Maar er is meer.

Het nominale bruto binnenlands product van de VS (dus niet gecorrigeerd voor de inflatie, red) is de laatste jaren met zo’n 4 procent per jaar gegroeid (al is de groei dit jaar maar net iets meer dan 3 procent) en dat betekent dat de schuldquote zich min of meer stabiliseert, waardoor een verdere verlaging van het begrotingstekort tot een daling van de staatsschuld leidt.

Veel eurolanden zouden hier dolblij mee zijn. Dus waarom wordt er in de VS zo geruzied?

Het kan twee kanten op

In de VS wordt bij de overheidsfinanciën meestal wat meer naar de toekomst gekeken dan in de eurozone. Natuurlijk is er ook in Europa aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën, maar de nadruk ligt toch vooral op de cijfers van volgend jaar. Die cijfers zien er voor de VS goed uit, maar bepaalde onderdelen van de sociale zekerheid en een paar andere uitgavenposten wijzen op flink oplopende kosten in de iets verdere toekomst.

Nu is het natuurlijk verstandig om met de lange termijn rekening te houden, maar niet, vind ik, als dat tot een impasse leidt die aanzienlijke economische instabiliteit dreigt te veroorzaken. Het feit dat het schuldenplafond af en toe verhoogd moet worden, biedt politici de kans elkaar te chanteren.

Het kan nu twee kanten op: óf het schuldenplafond wordt verhoogd, of niet. Zo ja, dan mogen we een zucht van opluchting slaken.

Zo nee, dan is onbekend wat er gaat gebeuren. Het zou kunnen betekenen dat de Amerikaanse overheid op een bepaald moment sommige schulden niet kan afbetalen en daarmee technisch failliet is. Natuurlijk is de Amerikaanse overheid niet werkelijk failliet, dus als alle marktpartijen het hoofd koel houden, is er niet zoveel aan de hand.

Risico: beurs raakt van slag

Maar hoe langer het duurt, hoe lastiger dat wordt. Het is veel marktspelers verboden te beleggen in obligaties van partijen met betaalproblemen, en die moeten dus verkopen. Als dat op grote schaal gebeurt, kunnen de markten onder grote druk komen te staan, omdat de koersen van veel financiële beleggingen uiteindelijk gebaseerd zijn op de markt voor Amerikaanse staatsobligaties. Die worden bovendien ook als onderpand in de repomarkt gebruikt, ongetwijfeld een van de belangrijkste financiële markten.

Het is onbekend hoe deze markt zich ontwikkelt als de Amerikaanse staat technisch failliet zou gaan. Een eerste teken van ontwrichting zagen we vorige week, toen de rente op Amerikaanse T-bills boven de eenmaands Libor uitkwam, wat erop wijst dat de banken de komende maand als een veiliger risico worden beschouwd dan de Amerikaanse overheid.

Dit is het ‘negatieve TED-verschil’ (het TED-verschil is het verschil tussen de rente op interbancaire leningen en ‘T-bills’, kortlopend Amerikaans staatspapier) waar commentatoren de laatste tijd op wijzen.

Het is terecht dat aan deze marktontwrichting (veel) aandacht besteed wordt, maar we moeten het ook niet overdrijven. Het is niet zo dat de markt in paniek is. Het TED-verschil op stukken met een looptijd van drie maanden is bijvoorbeeld nog steeds positief.

Uiteindelijk moet de belegger kiezen en het is daarbij van tweeën één: óf hij gaat ervan uit dat de politiek te elfder ure een compromis sluit en dat alles daarna weer zijn gewone gang gaat, óf hij meent dat we op punt staan in een chaos te belanden.

In het eerste geval wacht hij gespannen af en laat zijn portefeuille zoals die is. In het tweede geval zoekt hij dekking tegen de chaos. Het probleem daarmee is dat volledige dekking duur is en hoge alternatieve kosten kent als alles uiteindelijk met een sisser afloopt.

Han de Jong is hoofdeconoom van ABN Amro. Meer columns: zie het blog van Han de Jong.
Tips, vragen of reacties? Mail redactie op [email protected]

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl